woensdag 27 september 2017

Twenterand wil geen megastallen, wethouder.

Het was een lange zit de raadsvergadering van 26 september 2017 en ik heb het al eens eerder opgemerkt, je moet je afvragen of zes uur vergaderen aan één stuk nog wel effectief is. Voor de fractievoorzitters begint een normale raadsvergadering met de presidium vergadering vanaf 18.00 uur en gaat dan naadloos over in de openbare raadsvergadering, die om 19.30 uur begint.

Sinds lange tijd werd het instrument vragenhalfuurtje weer eens gebruikt en nu zelfs door drie partijen. Het vragenhalfuurtje duurde dus ook wat langer dan 30 minuten en voordat we aan de bespreekagenda toe waren dienden er ook nog een aantal rituelen afgewerkt te worden. Dat de voorzitter bij de akkoordagenda alle onderwerpen één voor één behandelde is mogelijk formeel juist, maar volgens mij deden we dit in het verleden toch wat anders, waardoor we over deze onderwerpen in één keer een besluit konden nemen. Annelies weet echter waar ze het over heeft, dus ik ga er van uit dat dit de juiste procedure is.  De VVD had vragen over de toezegging van wethouder van Abbema het programma van eisen voor het nieuwe zwembad met de raad te delen. Duidelijk werd dat de VVD en de wethouder verschillend denken en blijven denken over het begrip ‘delen’. De VVD is van mening dat dit inhoudt dat de raad op de hoogte wordt gebracht van zaken en daar dan ook nog iets van kan vinden, voor de wethouder is delen, een vorm van een dictaat richting de raad die dit dan alleen maar voor kennisgeving aan kan nemen. Voor de wethouder is delen dus in feite uitdelen, en daar denk ik toch echt wat anders over. Een debat kun je tijdens het vragenhalfuurtje niet voeren, dus het bleef bij de conclusie dat we hier verschillend over denken.

De rol van wethouder Ben Engberts rond de aanvraag van de gemeente Ommen om een verklaring van geen bedenkingen af te geven voor de gedeeltelijke vestiging van een IV bedrijf op het grondgebied van Twenterand  is voor mij onbegrijpelijk. De wethouder had naar mijn mening nooit de gemeente Ommen mogen aangeven dat, wat het college van Twenterand betreft, er geen bedenkingen waren. Gezien zijn eerdere uitspraken en mede gezien alle ophef die er over dit onderwerp in Twenterand is geweest,  had hij op 15 juli 2015 richting Ommen al moeten uitspreken, dat deze aanvraag voor de inwoners van Twenterand en ook voor de gemeenteraad van Twenterand zeer zeker bedenkingen zou gaan opleveren. Bovendien gaat hij hier helemaal niet over, dat is aan de raad. Het is niet de eerste keer dat wethouder Engberts politiek onhandig opereert en ik heb hem al eens ‘de brokkenpiloot van dit college’ genoemd en daar neem ik ook geen woord van terug. Overigens betekent brokkenpiloot niets anders dan een onhandig persoon en dat valt, ook door hemzelf, helaas niet te ontkennen. Deze wethouder, die zelf aan de wieg heeft gestaan van de 10 voorwaarden waardoor er in Twenterand geen nieuwvestiging van IV bedrijven meer kon plaatsvinden, had ons nooit dit voorstel mogen voorleggen, ons mee moeten nemen in de plannen van de gemeente Ommen en ondernemer Schuttert en er direct verweer tegen moeten voeren, desnoods tot aan de Raad van State. Dat was hij niet alleen richting de politiek verschuldigd, maar met name ook richting de inwoners van Twenterand. Hij had alles uit de kast moeten halen om te zorgen dat dit bedrijf er op Twenterands grondgebied niet zou komen. Hij is zijn afspraken richting de raad, maar met name ook richting de inwoners helaas niet nagekomen en daarmee heeft hij de geloofwaardigheid van de politiek beschadigd. Hij ging deze keer zelfs het debat met de raad niet meer aan en legde zich bij voorbaat al neer bij de overgrote meerderheid van de raad. Het was na de raadsdebatten van 12 september j.l. al duidelijk dat vrijwel alle partijen de gevraagde verklaring niet zouden afgegeven. Alleen de SGP bleef van mening dat zo’n bedrijf er best mag komen, zij hadden geen bedenkingen en steunden hun eigen wethouder. Dat deze zaak een vervolg krijgt en uiteindelijk toch bij de Raad van State belandt, valt niet uit te sluiten en/of een aanvraag voor een grenscorrectie behoort zelfs ook nog tot de mogelijkheden voor de ondernemer en de gemeente Ommen. De inwoners van Twenterand en de gekozen volksvertegenwoordigers geven zich echter niet zo snel gewonnen. Zij willen geen megastallen in Twenterand en daar kan zelfs wethouder Engberts niets aan veranderen.

Dat we op de afdeling grondzaken de zaken nog niet op orde hebben werd de afgelopen weken weer eens pijnlijk duidelijk. Volgens wethouder Scholten hebben we ons lesje echter geleerd. Beter laat dan nooit zullen we maar zeggen, maar wederom heeft dit lesje ons veel gemeenschapsgeld gekost. Buiten een eerdere rechtsgang naar de Raad van State, heeft ons dit de afgelopen periode 267.500 euro extra gekost en zeker is dat er van de ingediende claim van 173.500 in ieder geval een gedeelte wordt betaald of wordt verrekend. We kunnen niets terug draaien en laten we hopen dat ook de nog steeds slepende rechtszaken over grondtransacties, snel afgesloten kunnen worden. Dat echter ook hier het de gemeenschap veel geld heeft gekost en ook nog gaat kosten, staat voor de VVD vast. Al met al, zowel qua imago als financieel, moeten we hier spreken van een groot verlies. Dat er problemen waren m.b.t. de dagelijkse gang van zaken op en rond de afdeling grondzaken was al veel langer duidelijk en de rapporten legden dit pijnlijk bloot. Dat deze problemen zo hardnekkig blijken te zijn, is diep triest en ook verwijtbaar aan de verantwoordelijken, ook de politieke of zelfs met name de politieke. Ik vraag mij af of het achteraf wel verstandig is geweest, om vanaf het ontstaan van de gemeente Twenterand tot aan heden, alleen maar wethouders voor de afdeling grondzaken te benoemen van eenzelfde politieke kleur. Maar ook daar kunnen we nu niets meer aan veranderen, een aantal politiek betrokkenen is niet langer in functie en  gedane zaken nemen geen keer. We kunnen er alleen voor zorgen dat alles in het werk wordt gesteld, dat dit soort omissies in de toekomst worden voorkomen, of zo goed mogelijk worden voorkomen. De huidige politiek verantwoordelijk wethouder, ook van CDA huize, heeft ons dus aangegeven dat de lessen geleerd zijn en de VVD heeft geen reden aan zijn woorden te twijfelen, hoewel hij in deze zaak beslist ook steken heeft laten vallen. Dat de motie over een handhavingszaak ingetrokken werd, was verstandig zeker nadat de wethouder toegezegd had, na een kleine wijziging in de tekst, deze motie over te willen nemen. Er was wat verwarring of er in deze zaak nu wel of niet een officieel verzoek tot handhaving was ingediend. Aan die verwarring wil ik graag een eind maken, want  op 2 augustus 2016 is er door zeven buurtbewoners een verzoek tot handhaving ingediend, maar helaas is daar door de gemeente geen actie op ondernomen. Dat kan en moet dus anders, laat daar geen misverstand over bestaan, maar ook dat valt onder de uitspraak van de wethouder: ’Lessons learned.”

Dat er door het CDA op het moment dat de presidium-vergadering al bijna een half uur bezig was nog een motie werd gedeeld, via een mail was natuurlijk hoogst ongebruikelijk. Je ontneemt de partijen op deze wijze over zo’n motie overleg te voeren met de (steun)fractie en mede daarom hebben we met elkaar andere werkafspraken gemaakt. Hoewel uitzonderingen de regel bevestigen had dit hier beslist anders gekund en ook gemoeten. Vanaf het debat over dit onderwerp op 13 september 2016, wist het CDA al dat zij met een motie of amendement zouden komen of mogelijk zouden komen. Naar mijn mening had men dus ruimschoots de tijd, dit niet alleen binnen de eigen fractie en de twee andere coalitiefracties te bespreken maar ook om via de griffie uit te laten zoeken of het een amendement of een motie zou moeten worden. Nu kregen we als raad een motie voorgeschoteld waar we ons voor moeten schamen, niet alleen door de met de pen gewijzigde inhoud, maar ook door het aantal storende doorhalingen van logo’s van partijen. Dit is geen visitekaartje voor de wijze waarop we als raad willen opereren. Dat deze motie niet goed overdacht was, bleek ook uit de reactie van de wethouder en de poging van indiener Wessels om er nog een draai aan te geven, was eigenlijk aandoenlijk, maar politiek natuurlijk totaal nietszeggend. Hij gaf aan de motie wel in te willen trekken als de wethouder een duidelijke toezegging zou doen en dat deed de wethouder dan ook. De wethouder deed de toezegging wel te willen onderzoeken of er m.b.t. de parkeerplekken aan de openbare weg, als fase 2 C aan de orde komt, een andere oplossing mogelijk is, zonder dat dit ten koste gaat van het aantal geplande woningen. Dit is weliswaar een toezegging, maar het houdt inhoudelijk natuurlijk vrijwel niets in. Als fase 2 C aan de orde komt, is een antwoord zoals; "We hebben het onderzocht maar het is niet mogelijk' al voldoende en wie dit dan onderzocht heeft en welke belangen hij of zij bij deze plannen heeft speelt kennelijk geen rol. Dus is het een toezegging van niks en de wethouder kon deze toezegging dan ook rustig doen en op deze wijze kon de indiener zijn gezicht nog enigszins redden. Volgende keer de zaken toch maar wat beter voorbereiden lijkt mij een goed advies en scheelt bovendien vergadertijd. 

Aan het begin van de nieuwe dag sloot onze burgemeester de vergadering en met recht was het een lange zit, die door de vele schorsingen voor de kijkers thuis niet altijd boeiend was. Als er mensen zijn blijven zitten, heb ik daar veel bewondering voor. De sfeer in de raad was gelukkig goed en de besluiten waren helder. Voor mij persoonlijk nog drie raadsvergaderingen te gaan, maar ze hoeven wat mij betreft dus echt niet zo lang te duren.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten