In de raadsvergadering van dinsdag 14
maart 2017 heb ik, namens mijn partij, een gele kaart uitgereikt aan Jan-Herman
Scholten. In het dossier rond de verkoop van twee woon/werk locaties waren
helaas zodanig zaken verkeerd gelopen dat de gemeenschap weer met onnodige
kosten en een claim van een paar ton werd geconfronteerd.. De gemaakte fouten
zijn zeker niet alleen de wethouder persoonlijk aan te rekenen, maar hij is er
politiek wel verantwoordelijk voor. In de motie spreekt de VVD haar
teleurstelling uit over hoe het allemaal is verlopen en draagt de wethouder op
alles te doen om te voorkomen dat we door grondtransacties nog een keer onnodig financieel worden gedupeerd. Geen motie van wantrouwen dus, geen motie van
afkeuring maar wel een duidelijk signaal dat het nu wel een keer genoeg is.
Dat er binnen de afdeling grondzaken zaken verkeerd gaan en zijn gegaan werd helaas bevestigd door een werkelijk vernietigend rapport en zelfs in deze periode is er een verantwoordelijk CDA wethouder opgestapt. We zijn door handelingen bij de afdeling grondzaken op dit moment als gemeente zelfs betrokken bij twee rechtszaken die ons veel geld kunnen gaan kosten, er ligt nog een claim van ruim 2
miljoen euro en in dit nieuwe dossier hebben we inmiddels al weer 50.000,= euro
extra moeten betalen en ligt er een nieuwe claim van 291.300,= euro. Dat had
dus beter gekund en naar de mening van de VVD ook gemoeten.
Ik heb tijdens het indienen van de
motie de vergelijking gemaakt met het trekken van een gele kaart tijdens een
voetbalwedstrijd, dat is niet meer dan het geven van een officiƫle waarschuwing
en de speler kan gewoon de wedstrijd vervolgen. Er zijn, vanaf het ontstaan van
de gemeente Twenterand in 2001, op de afdeling grondzaken door de diverse en
uitsluitend bestuurders van CDA huize te veel zaken verkeerd gegaan. Mijn
partij vond het nodig een piketpaal te slaan, tot hier toe en niet verder,
genoeg is genoeg. Dat wij als VVD met een motie zouden komen had ik al
duidelijk gemaakt tijdens de raadsdebatten over dit onderwerp en moet voor
niemand dus een verrassing zijn geweest. Vooraf heb ik mij geen enkele illusie
gemaakt dat deze motie een meerderheid zou krijgen. Mijn fractie was echter
unaniem van mening dat we een signaal moesten afgeven en dat hebben we door
middel van het indienen van deze motie gedaan. De motie werd gesteund door GBT
en fractie Laarman en de andere partijen konden zich hierin niet of niet
volledig vinden. Geen probleem, door deze motie in stemming te brengen is deze
vastgelegd en is de piketpaal, voor mijn partij althans, geslagen. Dat niet
iedereen het met het trekken van een gele kaart eens is, is binnen het voetbal
gebruikelijk en dat is in de politiek dus ook niet anders.
Zoals een goed gebruik licht je de
collega fractievoorzitters vooraf in over het indienen van een motie en dat heb
ik dus ook nu gedaan. Niet omdat dit verplicht is, maar omdat we vinden dat dit
zo hoort. Gebruikelijk is ook dat de fractievoorzitters dan vooraf reageren op
zo’n motie. Kunnen ze zich hierin vinden of niet, willen ze mee indienen of
stellen ze aanpassingen voor? Ik heb de drie coalitiepartijen uiteraard ook
deze motie vooraf toegestuurd en zowel de SGP als de CU hebben mij ruim
voorafgaand aan de raadsvergadering keurig op de hoogte gesteld, waarom ze
tegen deze motie zouden gaan stemmen. Voor mij dus niet echt verrassend en beslist
no hard feelings. Van de fractievoorzitter van het CDA heb ik echter taal noch
teken mogen ontvangen. Van een partij die het heeft hoe je dit je kinderen uit
moet leggen en de mond vol heeft over normen en waarden toch op z’n minst
opmerkelijk.
Tijdens de raadsvergadering kwam er
dan eindelijk toch een reactie van de fractievoorzitter van het CDA en dat was
best een opmerkelijke, het indienen door de VVD van deze motie zou de politieke
samenwerking onder druk zetten. In het debat op 1 maart 2017 heb ik heel
duidelijk mijn collega’s aangegeven hoe de VVD dacht over deze kwestie en in
dit debat heeft ook het CDA volop de gelegenheid gehad aan te geven hoe zij
hierover dachten. Maar het CDA heeft zich op 1 maart vrijwel niet gemengd in
het debat en hield zich zelfs opvallend rustig. Raadsdebatten zijn echter juist
bedoeld om met elkaar in debat te gaan en ik kijk terug op een inhoudelijk goed
en stevig debat met mijn andere collega’s en de wethouder. Het is een heel
bewuste keuze van de VVD geweest om tijdens de raadsvergadering van 14 maart
deze motie in te dienen, we hebben dit vooraf aangekondigd en de motie vooraf
aan alle partijen toegestuurd.
Zoals tijdens de raadsvergadering van 14 maart bleek, zet de VVD door het indienen van deze motie de politieke
samenwerking onder druk, althans dat waren de woorden van de CDA fractievoorzitter. Als je politiek een ander standpunt inneemt dan het CDA, zet je kennelijk, volgens Kerkdijk de politieke samenwerking op het spel. Ik vraag mij af met wie zetten we de
samenwerking dan onder druk? Met de hele coalitie, met alleen het CDA of alleen
met de fractievoorzitter van het CDA? Ik heb dit direct na de
raadsvergadering even nagevraagd en daaruit bleek dat de politieke samenwerking
met de SGP en de CU beslist niet onder druk is komen te staan door het indienen
van deze motie. Ik heb ook met enkele fractieleden van het CDA gesproken en
daarbij heb ik ook niet de indruk gekregen dat de samenwerking moeilijker zou
zijn geworden. Ik heb zelfs met de betrokken wethouder en de gemeentesecretaris gesproken, natuurlijk waren zij niet gelukkig met de gele kaart, maar er was geen sprake van de gevoelens waarover de leider van het CDA sprak.
Hoe moet ik de uitspraak van de fractievoorzitter van het CDA dan duiden? Is dit dan zijn persoonlijke mening die hij hier zonder ruggespraak met zijn fractie of zijn wethouder plotseling naar voren brengt? Ook wat mij en mijn partij betreft zien we geen enkel probleem voor politieke samenwerking met wie dan ook, inclusief het CDA. Kennelijk denkt de fractievoorzitter van het CDA daar dus echter anders over. Feit is dat deze fractievoorzitter zich in het debat op 1 maart in het geheel niet heeft laten horen en ook niet heeft gereageerd op de door mij vooraf toegestuurde motie. Als hij van mening is dat deze motie de politieke samenwerking onderdruk zet, had hij mij dit dus in een veel eerder stadium kunnen en zelfs moeten laten weten. Overigens moet samenwerking van twee kanten komen en kan niet worden afgedwongen of worden opgelegd. Tsja, de politieke verhoudingen veranderen en daar moet de fractievoorzitter van het CDA kennelijk nog wat aan wennen. De VVD ziet echter geen enkel probleem om in de toekomst met het CDA politiek samen te werken en hoe de fractievoorzitter van deze partij daar verder over denkt is volledig aan hem. Ik heb de stellige indruk dat zijn opmerking niet binnen zijn fractie is besproken en dat hij hier dus zijn eigen en persoonlijke mening verkondigde. Dat mag hij natuurlijk, ik ga er ook niet over en het is aan de fractie van het CDA om hier verder wat van te vinden. Ik wijs zijn opmerking zoals ik ook al tijdens de raadsvergadering heb gezegd, volledig van de hand en ben van mening dat dit zelfs een ongepaste opmerking was, zeker van iemand die het altijd heeft over een uitgestoken hand. In 2018 ben ik geen fractievoorzitter van de VVD meer, dus als Henk Kerkdijk met mij persoonlijk politiek niet kan samenwerken is zijn probleem binnenkort opgelost. Overigens ben ik ook best benieuwd wie er in maart 2018 fractievoorzitter van het CDA gaat worden?
Hoe moet ik de uitspraak van de fractievoorzitter van het CDA dan duiden? Is dit dan zijn persoonlijke mening die hij hier zonder ruggespraak met zijn fractie of zijn wethouder plotseling naar voren brengt? Ook wat mij en mijn partij betreft zien we geen enkel probleem voor politieke samenwerking met wie dan ook, inclusief het CDA. Kennelijk denkt de fractievoorzitter van het CDA daar dus echter anders over. Feit is dat deze fractievoorzitter zich in het debat op 1 maart in het geheel niet heeft laten horen en ook niet heeft gereageerd op de door mij vooraf toegestuurde motie. Als hij van mening is dat deze motie de politieke samenwerking onderdruk zet, had hij mij dit dus in een veel eerder stadium kunnen en zelfs moeten laten weten. Overigens moet samenwerking van twee kanten komen en kan niet worden afgedwongen of worden opgelegd. Tsja, de politieke verhoudingen veranderen en daar moet de fractievoorzitter van het CDA kennelijk nog wat aan wennen. De VVD ziet echter geen enkel probleem om in de toekomst met het CDA politiek samen te werken en hoe de fractievoorzitter van deze partij daar verder over denkt is volledig aan hem. Ik heb de stellige indruk dat zijn opmerking niet binnen zijn fractie is besproken en dat hij hier dus zijn eigen en persoonlijke mening verkondigde. Dat mag hij natuurlijk, ik ga er ook niet over en het is aan de fractie van het CDA om hier verder wat van te vinden. Ik wijs zijn opmerking zoals ik ook al tijdens de raadsvergadering heb gezegd, volledig van de hand en ben van mening dat dit zelfs een ongepaste opmerking was, zeker van iemand die het altijd heeft over een uitgestoken hand. In 2018 ben ik geen fractievoorzitter van de VVD meer, dus als Henk Kerkdijk met mij persoonlijk politiek niet kan samenwerken is zijn probleem binnenkort opgelost. Overigens ben ik ook best benieuwd wie er in maart 2018 fractievoorzitter van het CDA gaat worden?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten